Je weg vinden in een nieuw land, een nieuwe taal leren: als je een visuele beperking hebt, is dat een extra grote uitdaging. Hasan Hosom (1994) is geboren in Syrië. Toen hij wilde gaan studeren brak de oorlog uit. Hij vluchtte naar Turkije en later naar Nederland. Dit is het tweede interview in een serie over je thuis voelen in Nederland als je een visuele beperking hebt.

Door: Marijke Osinga
Hasan Hosrom woont bijna recht tegenover een bushalte in Apeldoorn. Een constante stroom auto`s en vrachtwagens schuift voorbij. Het valt niet mee hier over te steken. Ik bezoek Hasan op 18 februari 2019.
Brandschoon
Hasan woont in een brandschoon appartement op de tweede verdieping. Een stuk plastic ligt over de eettafel. Dat blijkt praktisch als Hasan, om iets uit te leggen, zijn handen gebruikt en tegen zijn kopje aan stoot. Een zich uitdijende koffievlek is met een vaatdoek snel verwijderd.
Hasan is een niet zo grote man met een baardje. Hij heeft een vriendelijke uitstraling. Zijn stem klinkt een beetje droevig.
Gewoon lopend
Sinds december 2015 woont hij in Nederland. Vanuit Syrië is hij in 2013 met zijn familie naar Turkije gevlucht. “Dat was niet zo moeilijk”, zegt hij. “We konden er gewoon lopend heen gaan. Het was niet ver naar de grens. We zijn natuurlijk niet bij de officiële grens Turkije binnen gekomen. We waren bij de eerste vluchtelingen. Dat maakte het gemakkelijker. In Turkije zijn wij naar een vriend van mijn vader gegaan. Die had werk voor mijn vader.”
“Elke keer zag ik minder”
“Ik zie vanaf mijn geboorte al slecht. Ik heb congenitaal cataract (aangeboren staar) en glaucoom. Toen ik klein was, zag ik tussen de 50 en 60%. Ik ben meerdere keren geopereerd: enkele keren in Syrië, een keer in Libanon en in 2016 in Nederland. In Nederland heb ik een nieuw hoornvlies gekregen. Ik zou daardoor geen pijn meer aan mijn ogen hebben. Maar ik heb nog steeds pijn, altijd pijn.
Elke keer zag ik na een operatie minder. Nu zie ik nog 2% met een oog. In Aleppo in Syrië heb ik op een speciale school voor mensen met een visuele beperking gezeten. Daar heb ik .basisonderwijs gehad en de middelbare school afgerond. Daar heb ik ook braille geleerd. Mijn familie is voor mij van Idlib naar Aleppo verhuisd. Ik ben in Idlib geboren. Ik had in Aleppo ook intern in de school kunnen gaan, maar dat wilde mijn familie niet. Toen ik wilde gaan studeren, kwam de oorlog.“
Langs de weg door de bosjes
“Waarom ben je niet bij je familie in Turkije gebleven?”
“Ik heb twee jaar in Turkije gewoond. Ik kon daar geen opleiding doen. Ik kon daar niet revalideren. Vrienden had ik daar niet. In Turkije zat ik altijd binnen. Ik durfde niet naar buiten. Daar was het niet goed voor mij. Daarom ben ik naar Nederland gegaan. Mijn familie woont nog in Turkije. Zij zijn daar tevreden.”
“En hoe verging het je in Nederland? Waar heb je gewoond?”
“Ik heb in Ter Apel twee weken in een opvanglocatie gezeten en anderhalve maand in een opvanglocatie die ernaast zat. Daarna heb ik een jaar in een asielzoekerscentrum in Delfzijl gewoond. In Delfzijl hebben ze voor mij een woning gezocht. Die kreeg ik in Apeldoorn. Die woning was op de bovenste verdieping en had een schuin dak. Ik zag het schuine plafond niet. Ik stootte steeds mijn hoofd. Ook was het appartement aan een drukke straat zonder stoepen. De winkels waren wel dichtbij. De huisarts was ver weg. Ik moest langs de weg door de bosjes lopen om bij hem te komen. Dat vond ik lastig.”
Nederlandse les
“Ik kwam in mei 2017 bij Visio Het Loo Erf in Apeldoorn terecht. Daar heb ik gerevalideerd. De trajectbegeleider bij Het Loo Erf heeft een urgentieverklaring voor mij aangevraagd. Die heb ik gekregen. Nu woon ik hier.”
“En waar heb je je Nederlands geleerd?”
“Nederlands heb ik op het Loo Erf geleerd. In de opvanglocaties probeerde ik Nederlands te leren met YouTube. Anders was het te saai daar. Dat was wel moeilijk. Ik kon het niet zien. Er werd ook les gegeven aan goedziende mensen, maar dat was te moeilijk. Ik had niets om te lezen of te schrijven. Ik kon wel naar de lerares luisteren. Ik heb een paar woorden geleerd.
In het Loo Erf hoort Nederlandse les niet bij de revalidatie. Je moet de begeleiders kunnen begrijpen. Daarom leer je daar Nederlands.”
Twee zinnen
“Sommige blinde vluchtelingen spreken in het Loo Erf slecht Nederlands. Dat komt door hun leeftijd. Ze willen wel graag Nederlands leren. Ze hebben Nederlands nodig bij de huisarts en in het ziekenhuis. Ze krijgen daar geen tolk. Mensen met kinderen moeten heel veel dingen doen. Zij moeten papieren invullen en op school praten. Dat gaat ze niet lukken.
Toen ik in 2016 geopereerd werd, heb ik twee Nederlandse zinnen van een Arabische mijnheer geleerd. `Ik heb heel erge pijn` en `Ik heb een beetje pijn’. Andere zinnen kende ik niet.”
Latijnse woorden
“Wij kunnen alleen op het Loo Erf Nederlands leren. Wij hebben geen andere manier om Nederlands te leren. Een docent voor goedziende mensen schrijft op het bord of laat dingen zien. Ik krijg nu wel les in de CODA – bibliotheek in Apeldoorn van een vrijwilliger. Dat is maar een uur per week. Ik heb ook les van een fysiotherapeute. Zij heeft mij geholpen een boek te lezen voor mijn opleiding tot sportmasseur. Zij helpt mij nog steeds.”
“Sportmasseur?”
“Ja, ik heb in december 2018 mijn diploma gehaald. Ik zei vaak dat het te moeilijk was. Ik moest eigenlijk niveau B1 Nederlands hebben, maar ik had niveau A2. Niveau A is gemakkelijker dan niveau B.
Ook bij het Loo Erf waren ze blij. Ik heb hen vaak gevraagd wat woorden betekenden. Dan wisten zij het ook niet omdat het Latijnse woorden waren.”
Diploma
“Wat heb jij op het Loo Erf geleerd, behalve Nederlands?”
“Ik heb er leren stoklopen, de weg oversteken, met het openbaar vervoer reizen en ik heb leren koken.”
“En nu?”
“Eind januari heb ik mijn diploma `stoelmassage` gehaald. Ik heb nog geen klanten, dus nog geen werk. Ik wil graag werken, graag ervaring krijgen. Ik wil het liefst eerst bij een bedrijf werken. Thuis zitten is niet fijn.
De revalidatie bij het Loo Erf is afgelopen. Ik ben aangemeld bij een Regionaal Centrum voor mensen met een visuele beperking. Een ambulante woonbegeleider gaat mij helpen bij de administratie. Zij gaat mij ook helpen werk te vinden of een studie die bij mij past.”
De eerste keer zonder familie
“En vrienden? Heb je in Nederland vrienden gekregen?”
“In het asielzoekerscentrum was een Irakese man. Hij heeft mij geholpen met boodschappen doen en koken. Hij was een goede man. Hij woont nu in Eindhoven. In Apeldoorn heb ik een paar vrienden gekregen.
Ik ben af en toe wel eenzaam. Het is voor mij de eerste keer zonder familie.”
“En je familie?”
“Die woont nog in Turkije. Zij kunnen niet naar Nederland toe. Ik ben vorig jaar bij mijn familie geweest. Een visum voor Turkije krijgen is niet gemakkelijk. De Turkse regering is bang dat ik in Turkije wil blijven wonen.”
“Ik help je wel met oversteken”
“Ik wil heel graag een plaats in de Nederlandse maatschappij krijgen, maar hoe kom ik daaraan? Ik krijg een uitkering. Ik wil graag werken, maar hoe doe ik dat?”
Als ik wegga, zegt Hasan: “Ik help je wel met oversteken.” Aan de kant van de weg luistert hij goed. Dan zegt hij: “Nu kunnen we oversteken.” Hij steekt zijn taststok vooruit en samen steken we over. Bij de bushalte luistert hij naar de OV-informatie op zijn iPhone. De spreeksnelheid staat hoog. “Over twee minuten komt de bus”, meldt hij.
Als ik de bus instap, zegt hij: “Ik wil je graag helpen. Als je een tolk nodig hebt, wil ik je wel helpen. Als je weer komt, ga ik Syrisch voor je koken.”
Verder lezen
In OOG 2019/6, het magazine van de Oogvereniging, leest u een interview met Hasan Hosrom en Margaret Hesp. Margaret Hesp, zelf ook sportmasseur en blind, vertelt daarin over hoe zij Hasan door de opleiding tot sportmasseur coachte.
Lid van de Oogvereniging? Log in op Mijn Oogvereniging en lees OOG online. Nog geen lid? Meld u aan.
Over Marijke Osinga
Marijke Osinga is jurist. Daarnaast schrijft ze verhalen en houdt ze interviews. Dit laatste doet ze omdat ze graag iets wil doen aan de beeldvorming van mensen met een beperking. Zelf is ze slechtziend en linkszijdig spastisch. Ze heeft een zoon van 16 met wie ze samen in een appartement woont. Bij de Oogvereniging maakt ze deel uit van de ledenraad.