Op vakantie met de camper.
In Cambril, een Spaanse plaats, willen we de camper tussen een paar bomen zetten.
Verderop wenken een paar mensen dat mijn echtgenoot tegen een tak aan rijdt. We rijden terug langs de wenkende mensen. Mijn echtgenoot draait het raampje open, het zijn Duitsers. De vrouw snerpt dat ik uit moet stappen om te kijken of het goed gaat. Echtgenoot antwoordt rustig, dat zijn vrouw slechtziend is. Ik voel me wel een beetje vervelend… We zoeken een beter plekje en gaan met mijn geleidehond naar het strand dat pal aan de camping ligt. Echtgenoot zegt: ‘Doe de beugel maar om’. Op vakantie hoeft dat niet altijd als ik begeleiding heb. Als we weggaan voel ik de ogen van medecamperaars in m’n rug prikken. Op de terugweg praten we met een paar Nederlanders die voor hun camper zitten en lopen verder langs de Duitse mensen. De vrouw staat op, maakt hevig excuses dat ze zo reageerde. Echtgenoot zegt, ‘maakt niet uit, het is goed’. Later zegt hij tegen me; ‘Zo, dat was een politiek rondje’.