Toen ze twee was werd Anita Beenen (1970) blind door aangeboren glaucoom. Ze is getrouwd en zit in de ledenraad van de Oogvereniging. Anita heeft een goede baan als jurist bij de Gemeente Zeist, maar is op zoek naar ander werk waarvoor ze minder ver hoeft te reizen. Dit is het 26ste interview in een serie over een visuele beperking in verschillende levensfasen.

Door: Marijke Osinga
Met haar laptop en haar brailleleesregel voor zich, met een gedegen kennis over de onderwerpen die aan de orde zijn, en alleen vragen stellend en opmerkingen makend als dat iets toevoegt, zo ken ik Anita Beenen uit de ledenraad van de Oogvereniging.
Anita werkt als jurist bij de gemeente Zeist, had ze mij voorafgaand aan een vergadering van de ledenraad eens laten weten. Anita is vanaf haar tweede jaar blind ten gevolge van aangeboren glaucoom. Nieuwsgierig naar hoe ze haar werk doet en oplossingen zoekt voor de hindernissen die haar beperking haar bezorgen, vroeg ik haar om hier met haar over te mogen praten.
Twee uur reizen
Op 14 februari bezoek ik Anita bij haar thuis in Olst. Dat ligt op zo’n twee uur reizen met openbaar vervoer van Zeist. Het huis van Anita en haar man Roland bevindt zich op nog geen vijf minuten lopen van het station. In 2011 is het echtpaar naar Olst verhuisd omdat de zus van Anita hier woonde.
Hoewel Anita het naar haar zin heeft op haar werk en zich alweer meer dan twintig jaar inzet voor de gemeente Zeist, is de afstand tot haar werk een reden dat ze een andere baan zoekt. Als ik arriveer beëindigt Anita net een Skype-gesprek met Ctalents, een organisatie die mensen die blind of slechtziend, doof of slechthorend zijn probeert te detacheren bij werkgevers.
Doelgroepregister
“Een medewerkster van Ctalents denkt dat ik behoor tot het doelgroepregister. Ik betwijfel of dat zo is omdat je, om in dat register opgenomen te worden, hooguit het minimumloon moet verdienen. Ik heb nu een goede baan bij de gemeente en verdien dienovereenkomstig”, vertelt Anita.
Op mijn vraag wat het doelgroepenregister is, legt Anita uit: “Dit is een landelijk register waarin alle mensen staan die vallen onder de banenafspraak. De overheid heeft met werkgevers een overeenkomst gesloten waarbij is afgesproken dat 125.000 mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een baan moeten krijgen.”
“Eigenlijk staat het mij tegen om via deze weg aan werk te komen. Ik heb al 25 jaar ervaring en heb altijd naar volle tevredenheid van mijn werkgever gewerkt. Daarnaast heb ik een beperking. Door zo’n doelgroepregister komt mijn beperking voorop te staan.”
Stokloopdiploma
Vanaf haar zesde jaar ging Anita naar Bartiméus, waar ze intern verbleef. “Ik heb het er best goed gehad en er veel geleerd. Koken, boodschappen doen en stoklopen bijvoorbeeld. Mijn ouders hadden een boerderij. Dat betekende hard werken voor hen. Om mij dingen te leren, moesten ze mij die dingen voordoen. Daar hadden mijn ouders geen tijd voor. Wel heeft mijn moeder mij leren strijken”, herinnert Anita zich.
Voor Anita’s ouders viel het niet mee haar los te laten. “Ik wilde graag naar het dorp wandelen toen ik mijn stokloopdiploma had. Mijn ouders vonden dat geen goed idee. Pas na bemiddeling van Bartiméus stemden ze met mijn initiatief in.”
Na de basisschool doorliep Anita de mavo op Bartiméus, waarna ze 4 havo op het Christelijk Lyceum in Zeist deed en daarna meteen doorstoomde naar 5 atheneum. “Dat scheelde mij een jaar”, zegt Anita bijna verontschuldigend.
Stage
Anita ging in Utrecht Rechten studeren. De gebouwen van de rechtenfaculteit bevonden zich verspreid in het centrum van de stad. Ook in de Uithof (Science Park), aan de oostkant van Utrecht, waren collegezalen. Op mijn vraag of dat voor haar een probleem was, antwoordt Anita. “Tussen de colleges zat telkens een kwartier, genoeg tijd voor mij om van de ene locatie naar de andere te lopen. En ik had eigenlijk alleen ‘s avonds les in de Uithof.”
Toen Anita bijna klaar was met haar studie liep ze op eigen initiatief stage bij de gemeente Zeist. “Dat vonden ze bij de gemeente wel heel spannend”, weet Anita nog. Na haar stage kon Anita daar als uitzendkracht beginnen, waarna ze in 1998 in dienst trad. Anita houdt zich vooral bezig met de afhandeling van bezwaarschriften.
Stemmen en emoties
De procedures gaan over fysieke zaken als het verbouwen van een schuurtje of de kap van bomen, of over sociale zaken als jeugdzorg of de Wmo. Hoorzittingen maken een vast onderdeel uit van de procedures.
“Ik stel vervolgens het advies op en maak de conceptbeslissing”, vertelt Anita. “Ik houd mij ook bezig met de Algemene Plaatselijke Verordening, waarin bijvoorbeeld hondenuitlaatplaatsen geregeld zijn. Daarnaast doe ik beroepzaken voor wanneer mensen het niet eens zijn met de beslissing op een bezwaarschrift. Dan verdedig ik het standpunt van de gemeente. Ook hoger beroepszaken bij de Raad van State behoren tot mijn werk.”
“Hoe pak je een hoorzitting aan?”, wil ik weten.
“Het is belangrijk dat iedereen zich voorafgaand aan een hoorzitting voorstelt”, zegt Anita. “Ik onthoud dan de namen van de mensen die op de zitting verschijnen en prent mij in waar ze zitten. De stemmen van mensen zijn voor mij een essentieel hulpmiddel. Maar ook heb ik veel aan hun emoties om te bepalen wie wie is. Verder lees ik alle stukken met behulp van braille- en spraakondersteuning.”
“Vrouwe Justitia is ook blind”
“En de apparatuur, als een brailleleesregel of een memorecorder, voorziet het UWV daarin?”, vraag ik.
“Na vijf jaar was mijn brailleleesregel helemaal versleten. Ik heb onlangs een nieuwe bij het UWV aangevraagd en had binnen twee weken een positieve beslissing. Als je een baan hebt, is het UWV in dit soort zaken heel gemakkelijk.”
Anita merkt op dat haar blind zijn ook zijn voordelen heeft. Ze zegt: “Vrouwe Justitia is ook blind. Ik zou dus net als zij niet bevooroordeeld zijn. Nou ja, soms kan een geur wel enige invloed hebben.”
Niet afhankelijk zijn
Anita’s man, Roland, werkt net als Anita bij de gemeente Zeist. “’s Ochtends rijd ik vaak met hem mee, maar ‘s avonds ga ik meestal alleen naar huis omdat Roland regelmatig ‘s avonds moet werken. Ik vind het zowel voor hem als voor mij belangrijk dat ik niet afhankelijk van hem ben.”
Op mijn vraag op waar Anita graag zou willen werken, antwoordt ze: ”Ik zou het heel erg leuk vinden bij een rechtbank te werken. Maar ook bij een gemeente of een ander overheidsorgaan zou ik me wel weer verdienstelijk willen maken. Ik zou dan soortgelijk werk willen doen als ik nu doe, hoewel ik een voorkeur heb voor de sociale zaken als de Wmo en de Participatiewet omdat die meer mijn interesse hebben. Bij fysieke zaken moeten soms plattegronden worden bestudeerd. Dat raakt aan de grenzen van wat ik kan.”
Trots
Een beetje verlegen zegt Anita: “Ik ben er best wel trots op dat ik een baan heb overeenkomstig mijn opleiding. Ik wil bij een nieuwe baan graag weer iets doen dat aansluit bij mijn capaciteiten.”
Als Roland mij een lift aanbiedt omdat hij ‘s avonds voor zijn werk in Zeist moet zijn, neem ik zijn aanbod graag aan. Het landschap waar we doorheen rijden, is vriendelijk, bomenrijk. De IJssel heeft het grootste deel van de uiterwaarden gevuld. Op de wallen staan enkele verloren kale bomen. De ondergaande zon spiegelt zich tussen de wolken door in het water. Niet verwonderlijk dat Roland en Anita zo aan deze omgeving verknocht geraakt zijn.
Over Marijke Osinga
Marijke Osinga is jurist. Daarnaast schrijft ze verhalen en houdt ze interviews. Dit laatste doet ze omdat ze graag iets wil doen aan de beeldvorming van mensen met een beperking. Zelf is ze slechtziend en linkszijdig spastisch. Ze heeft een zoon van 17 met wie ze samen in een appartement woont. Bij de Oogvereniging maakt ze deel uit van de ledenraad.