Klaasje Hessels is altijd een zelfstandige vrouw geweest. De bijna 88-jarige inwoonster van Coevorden kan terugkijken op een rijk leven.
Ze werkte als hoofdzuster op de kraam- en kinderafdeling van verschillende ziekenhuizen, gaf les aan verpleegkundigen en studeerde theologie en Frans in Brussel en Frankrijk om vervolgens tien jaar lang in Ivoorkust voor een Franse protestantse zending te werken. ‘In 1968 ben ik als eerste in de dorpen met een opleiding voor meisjes begonnen, die de lagere school hadden doorlopen. Ik gaf les in preventieve gezondheidszorg. Als gevolg van een tropische ziekte moest ik helaas terugkeren.’ Later ging Klaasje als pastoraal medewerkster vijftien jaar lang op vrijwillige basis de ziekenhuisdiensten in Coevorden voor.
Toen Klaasje in 2006, op 74-jarige leeftijd, visueel beperkt werd, was dat een hele klap. ‘Ik kreeg in Groningen te horen dat men niets meer voor me kon doen. In één jaar tijd verloor ik 95% van mijn visus. Tot dan toe had ik zeer goede ogen. Mijn rechteroog is nu totaal blind en met het linkeroog zie ik licht en donker en grote vormen maar geen gezichten of mensen.’
Ze revalideerde, geholpen door haar zus, op eigen houtje. ‘Met mijn vakbekwame zus heb ik alles in huis zo aangepast dat ik een ruime loop heb en nergens tegen aan kan lopen. Verder leerde ik in een half jaar tijd met de spraakcomputer werken bij Bartimeus. Ik ging daar zelfstandig met de trein naartoe.’
U moet!
Dat Klaasje blind zou worden, kon ze accepteren maar moeilijker vond ze dat ze opeens van alles moest. ‘Ik ben mijn hele leven zelfstandig geweest. Als klein kind leerden we netjes met twee woorden spreken en ook mochten we nooit zeggen “Je moet!”, maar “Wil je?”’ Nu kreeg Klaasje adviezen die aanvoelden als bevelen. Dit waren adviezen als ‘u moet hulp in huis nemen!’, ‘u moet iemand voor de boodschappen vragen!’, ‘u kunt niet alleen buiten lopen, u moet een begeleider meenemen!’ Met haar zus als mantelzorgster heeft Klaasje ‘buiten de instanties’ kunnen blijven en daar is ze blij mee. ‘Ik doe nog altijd zelf het huishouden.’
Wat haar aanvankelijk erg raakte, was het onbegrip van mensen, bijvoorbeeld van de medebewoners van haar flat. Die zeiden bijvoorbeeld: ‘je doet alsof je niet kan zien, maar je vliegt de hele stad door met die witte stok, die de grond niet raakt!’ Ook pijnlijk waren de mensen die haar toeschreeuwden dat ze uit de weg moest gaan. ‘Ik was niet gewend zo aangesproken te worden, omdat ik al heel jong een leidende functie had.’
Cruises
Ook toen Klaasje visueel beperkt werd, bleef ze actief. ‘Zo heb ik een Afrikaanse asielzoeker begeleid, die ik huilend op de trein naar Emmen aantrof.’ Zich inzetten voor anderen, hen troost bieden; het vormt een rode draad door Klaasje’s leven. Nadat ze visueel beperkt werd, ging ze ook vaker reizen: ‘samen met mijn zus ging ik tweemaal per jaar op vakantie, in het voorjaar en in november, omdat het dan zo vroeg donker is’. Deze zussen maakten vooral cruisevakanties door Europa. ‘Mijn zus las de aanbiedingen en ik boekte digitaal. Wij namen dan een hut met balkon, omdat ik ‘s avonds vroeg naar bed ga; zo voelde ik me niet opgesloten. Mijn zus ging daarna naar de feestzaal. Ik kon de receptie of mijn zus bellen, mocht het nodig zijn.’ De goede gesprekken aan tafel met andere gasten en de ontmoetingen op het schip deden Klaasje goed. ‘Ik voelde me een gewone en gelukkige medereiziger.’ Ze maakte van elke reis een verslag. Dit zijn nu dierbare herinneringen.
Rustig en dankbaar
Klaasje leidt nu een rustig en gestructureerd leven. ‘Een goede week- en dagindeling is belangrijk’, zegt ze. Ze staat om 7 uur op en na het ontbijt doet ze zo vroeg mogelijk de boodschappen. ‘Overal word ik vriendelijk geholpen. Om 10 uur doe ik een schep oploskoffie in een soepkop en vul deze met kokend water en melk uit een pak en om 11 uur pers ik twee sinaasappels.’ Klaasje mist het lezen en handwerken. ‘Ik luister nu veel naar de radio.’ Met trots vertelt ze dat ze onlangs, met de inzending van een Friese spreuk bij Omrop Fryslân, een prijs won. Haar favoriete tijdverdrijf is surfen op de computer. ‘Dat is een aangename bezigheid. Mijn spraakcomputer geeft me vele mogelijkheden. Zo heb ik genoten van een prachtige kerkdienst met een Friese zangeres en muziek van Bach vanuit de Martinikerk in Franeker.’
Ze geniet van de kleine dingen die nog mogelijk zijn, zoals met de trein haar zus in Gramsbergen bezoeken en daar bij de koffie een Parijse soes eten. ‘Wat was dat een feest, ook omdat ik niet meer op verjaardagen en feesten kom.’ Klaasje kan niet meer tegen drukte en lawaai. ‘Gelukkig ben je, als je niet kijkt naar wat je mist maar dankbaar bent voor wat nog wel mogelijk is’ zegt ze. ‘En dat is voor mij heel veel. Lieve familie en oude vrienden betekenen veel voor mij. Toen ik in 2006 hoorde dat ik blind zou worden, had ik niet gedacht dat ik desondanks nog vele mooie jaren zou mogen beleven.’