Er zijn veel hulpmiddelen die het leven met een visuele beperking makkelijker kunnen maken. Goede verlichting is er een van. Dit artikel over verlichting is eerder verschenen in Magazine OOG. Tekst: Joke van der Leij.
Goede verlichting ondersteunt de functie van het zien in algemene zin. Dat is een verschil met optische hulpmiddelen. Deze ondersteunen om specifieke activiteiten te kunnen uitvoeren. Om beter te kunnen lezen hebt u bijvoorbeeld een andere loep nodig dan om groenten te snijden. Goede verlichting helpt bij beide en maakt dus meteen al heel veel activiteiten beter mogelijk. Daarnaast kun je met veel hulpmiddelen zoals loepen niet werken zonder goed licht. Goede verlichting is daarom een eerste voorwaarde voor beter zien!
Strooilicht
Welke verlichting, in welke sterkte en voor welke activiteit het beste werkt, hangt af van verschillende factoren. In de eerste plaats natuurlijk van de aard en ernst van de oogaandoening. Bij iemand met bijvoorbeeld een beperkt gezichtsveld, kan het overzicht in een ruimte toenemen als er meer licht is. Maar bij bijvoorbeeld staar kan meer licht zogenaamd strooilicht veroorzaken. Daarbij wordt een lichtstraal in het oog opgesplitst – ‘verstrooid’ – in meerdere lichtstralen. En daardoor ziet iemand juist minder scherp.
Algemene of taakverlichting
Bepalend is ook waarvoor u de verlichting nodig hebt. Gaat het om algemene verlichting om je veilig te kunnen bewegen in een ruimte thuis of op het werk? Of wil je specifieke taken beter kunnen uitvoeren zoals lezen, werken op je computer, of koken? Al naar gelang de functie spreken we van algemene of van taakverlichting.
Uplighters en downlighters
Voor algemene en taakverlichting kun je 2 typen verlichting gebruiken: uplighters en downlighters. Uplighters zijn lampen met de lichtbron aan de bovenkant die via de muren en het plafond schijnen. Doordat de lichtbron aan de bovenkant zit, kijk je nooit in de lamp en wordt het licht egaal verspreid. Uplighters maken van het plafond of de muur een uitgestrekte lichtbron. Deze zijn als muurlampen en als staande lampen te koop. Bij downlighters of directe verlichting schijnt het licht direct naar beneden. Dit type verlichting is verkrijgbaar als lampen in of aan het plafond, of als staande lampen.
Algemene verlichting
- Voor álle verlichting geldt: hoe kleiner de lichtbron, hoe meer last u ervan kunt hebben. Een klein taaklampje met dezelfde lichtopbrengst als bijvoorbeeld een TL-buis, is vele malen helderder en dus meer verblindend. Bovendien geeft dit eerder slagschaduw binnen de lichtbundel waardoor u snel in uw eigen schaduw werkt. En juist bij slechtziendheid hebben je ogen veel meer moeite om zich aan te passen aan (grote) overgangen tussen licht en donker. Een goede lichtbron voor taak- of algemene verlichting heeft daarom flinke afmetingen.
- Lampen waarvan de lichtbron niet is of kan worden afgeschermd, zijn ongeschikt. TL-verlichting zonder afscherming met tussenschotjes is bijvoorbeeld enorm vermoeiend voor je ogen. Ook bij wandlampen aan de muur moet de lichtbron altijd zijn afgeschermd of naar boven gericht.
Taakverlichting
- Een taaklamp moet verstelbaar zijn en liefst ook een flexibele arm hebben. Dan kunt u de lamp zo richten dat het licht altijd van u af schijnt.
- Combineer goede taakverlichting altijd met goede achtergrondverlichting. De achtergrondverlichting zorgt ervoor dat het gebied rond de taaklamp gelijkmatig wordt verlicht. Zo vermijdt u slagschaduw en voorkomt u dat uw oog zich moet aanpassen aan grote overgangen. U profiteert dan optimaal van het taaklicht. Vuistregel hierbij: het taaklicht mag niet meer dan 3x zo helder zijn dan het licht in de directe omgeving.
TIP! Zorg, behalve voor goede verlichting, ook voor een goed contrast. Dat is essentieel om beter te zien. Lezen of computeren gaat bijvoorbeeld makkelijker als er veel contrast is tussen de letter en de achtergrond. Dat kan een donkere letter zijn op een lichte achtergrond of omgekeerd. Contrast helpt ook om voorwerpen beter te herkennen. Een licht kopje op een donkere tafel bijvoorbeeld.
Kiezen van goede verlichting
Bij een van de inloopspreekuren van het Adviescentrum van Koninklijke Visio of Bartiméus kunt u eenvoudige voorbeelden van taakverlichting zien en uitproberen. Dat helpt om in een (web-)winkel betere keuzes te maken. U kunt ook een basisonderzoek aanvragen bij een van deze centra. Experts bekijken dan bij hoeveel licht u optimaal ziet en of u hinder hebt van teveel licht. U krijgt een basisadvies of een advies voor een uitgebreid onderzoek. In het eerste geval bezoekt een ergotherapeut u thuis om dit toe te lichten. Ook neemt hij voorbeelden mee van verlichting om uw situatie te verbeteren. Bij een advies voor een uitgebreid onderzoek wordt alle verlichting in de woning en/of werkplek onder de loep genomen. In speciale lichtbelevingsruimtes kunt u zelf ervaren wat de optimale verlichting is om te kunnen waarnemen. U krijgt een gedetailleerd advies op maat. Verlichtingsaanpassingen op basis van dit onderzoek kunnen worden vergoed vanuit de Wmo.