4 januari, de dag waarop Louis Braille (1809-1852) geboren werd, is Wereldbrailledag.

Rubik's kubus in braille. Foto: Rubik's.
Wereldbrailledag
Braille raakte als kind blind door een ongeluk, waarna hij zich razendsnel controle verwierf over de duisternis. Het communicatiesysteem dat hij als student ontwikkelde zou de wereld van de blinden ingrijpend verbeteren.
Het themakanaal Geschiedenis24 maakte er in 2012 een uitgebreid item over.
Dankzij het brailleschrift waren ze in staat om beter te leren, communiceren en kwamen ze uit hun isolement. Hoe verliep het proces van emancipatie onder blinden in Nederland? Luister naar een documentaire en bekijk de Polygoonjournaals.
Liefdadigheid
In Nederland zijn de blinden altijd een dankbaar object van liefdadigheid geweest. Al in 1808 wordt door de Broederschap der Vrijmetselaarsloges in Amsterdam de eerste blindenschool opgericht, het Instituut tot Onderwijs van Blinden, tegenwoordig Visio genoemd.
De charitatieve blindenzorg verspreidt zich daarna over het land, als ook katholieke en protestants-christelijke liefdadigheidsinstellingen zich met blindenzorg gaan bezighouden. Het zijn vooral dames van goede komaf die zich in blindencomités verenigen om in ruil voor dankbaarheid en onderdanigheid hun misdeelde medemens te ondersteunen.
Ondanks alle liefdadigheid verkeren de meeste blinden aan het begin van de twintigste eeuw nog in ellendige omstandigheden. De charitas bereikt lang niet iedereen en passend werk is er nauwelijks te vinden. Vele blinden lopen bedelend langs de straten.
Emancipatie van blinden in Nederland
De afhankelijkheid van liefdadigheid bestaat tot begin jaren twintig. Op 13 juni 1922 ontvangt de Nederlandse Blindenbond koninklijke goedkeuring over nieuwe statuten. Het sociale vraagstuk van het welzijn van blinden wordt in navolging van de Amsterdamse en Haagse Blindenbonden centraal gesteld.
De leuze “Maatschappelijke blindenzorg geheel ten laste van de gemeenschap”, wordt overgenomen. De filantropie moet worden vervangen door overheidshulp, wat leidt tot een aantal eisen: leerplicht voor het blinde kind, verbetering van het blindenonderwijs, van de arbeidsvoorwaarden voor blinden en verbetering van de levensomstandigheden van blinde ouden van dagen.
Na de reorganisatie van 1922 krijgt de bond een federatieve vorm, niet alleen particulieren zijn lid, ook de plaatselijke organisaties sluiten zich bij de bond aan. Lokaal worden de eerste successen geboekt. In navolging van Amsterdam (30-05-1921) openen diverse steden (Den Haag, Haarlem en Leiden) Gemeentelijke Werkinrichtingen voor blinden.
In 1923 komt er met de wet Buitengewoon Lager Onderwijs nog meer verbetering in de situatie, en groeit het onderwijs voor blinden uit naar een volwassen systeem. Ook het brailleschrift krijgt een volwaardige plaats binnen dit stelsel en kinderen leren op allerlei manieren werken met het puntjesschrift. Voor slechtzienden duurt het langer: het onderwijs is alleen ingericht op kinderen die volledig blind zijn, omdat slechtzienden andere aanpassingen nodig hebben.
Het onderwijs is er zeker tot in de jaren twintig op gericht om blinden kinderen zelfvoorzienend te maken, en veelal krijgen ze op school les in praktische beroepen. Wie geen muzikale aanleg heeft, ontkomt bijna niet aan het mandenmaken, borstelmaken of mattenvlechten zodat na afronding van de opleiding met dit vak brood kan worden verdiend. Vanaf de jaren dertig verspreiden kantoorberoepen zich en worden ook deze voor blinden toegankelijk. Na de oorlog verbetert de positie nog meer, door technische innovaties, en verdere ontwikkeling van het blindenonderwijs.
In 1991 zond OVT een tweedelige radiodocumentaire uit over de emancipatie van blinden in Nederland. Er werd gesproken met bekende blinden zoals de artiesten Jules de Corte en Vincent Bijlo, en ‘blinden van het eerste uur’, zoals de toen 96-jarige Henk van den Berg die zich zijn leven lang opwierp als pleitbezorger voor de rechten van blinden.
Als Henk van den Berg in 1906 op tienjarige leeftijd door een erfelijke ziekte blind wordt, is hij de tweede van in totaal vier broers die dit lot treft. Voor het Arnhemse arbeidersgezin is dat een enorme tegenslag, omdat er door de zoons nu nauwelijks iets verdiend kan worden. De jonge Henk kan ook niet meer naar school, zwerft wat rond op straat en brengt af en toe nog wat kranten rond waarmee hij een paar centen verdient. Zijn bestaan lijkt uitzichtloos.
Op de Geschiedenis24-pagina staan ook links naar een aantal documentaires en Polygoonjournaaluitzendingen. Zo is er een tweeluik (in vier delen geknipt) over blindenemancipatie, en uitzending van OVT over de geschiedenis van het blindenonderwijs in Nederland.
Polygoon bracht de emancipatie van de blinden prachtig in beeld, bijvoorbeeld in 1932 met de opening van het blindeninstituut en de opening van een school voor geleidehonden door Koningin Juliana.
Het (blinden-) onderwijs staat bovendien centraal in de langere film ‘Die anderen’ uit 1948. Ook de introductie van hulpmiddelen zoals de zebrazoemer en de optacon, waarmee blinden nog eenvoudiger teksten konden lezen werd door Polygoon in beeld gebracht.