Wat heeft een rouwdeskundige met oogaandoeningen te maken? Manu Keirse is in België en ver daarbuiten beroemd vanwege zijn onorthodoxe kijk op omgaan met verlies. En dat begrip legt uit hij zeer ruim uit. Van het overlijden van een dierbare tot het verlies door onrecht. En daar past verlies van een lichamelijke functie ook bij.
Het is even rijden naar een klein plaatsje vlakbij Leuven, maar dat is alleszins de moeite waard. Manu Keirse, klinisch psycholoog, woont Belgisch mooi in een pand met een aparte ingang voor zijn spreekkamer en uitzicht over een prachtig groot meer aan de voorkant. Achter het huis liggen tuinen die doen denken aan die van palazzi in Florence. Er heerst vooral veel rust. Rust die nodig is om mensen die bij hem komen voor raad en begeleiding nodig hebben om hun verhaal te vertellen. Want voor hen staat zijn deur open: mensen die nergens terecht kunnen, vinden een luisterend oor bij deze emeritus hoogleraar.
Leven met verlies
Keirse legt een toehoorder graag uit hoe het zit met verlies en waarom hij het belangrijk vindt dat toekomstige artsen daar meer aandacht voor krijgen. ‘Wij zijn niet meer gewend om met verlies te leven’, zegt hij. ‘Vroeger woonden grootouders in bij kinderen. Als die doodgingen dan kreeg je dat als kind mee. Mijn vroegste ‘ervaring’ met de dood is toen een jongetje in ons dorp overleed doordat hij onder een vrachtwagen was gekomen. Wij gingen allemaal afscheid van het ventje nemen. Zijn handjes lagen boven de dekens en zijn hoofd zat dik in het verband.
Het was normaal dat wij afscheid gingen nemen. Ik heb daar nooit vraagtekens bij gezet. Ik ben ook jaren misdienaar geweest en werd vaak opgeroepen omdat wij als enigen een telefoon in huis hadden. Daar heb ik ook heel wat stervenden en doden gezien.’
Hij merkte tijdens zijn studie hoe naar verlies kan zijn toen hij de opvang bij perinatale (rondom de geboorte) sterfte tot onderwerp van zijn promotie maakte. ‘Het was toen de gewoonte dat die kindjes zo snel mogelijk bij de ouders werden weggehaald. Zij moesten er maar niet meer aan denken en zo snel mogelijk proberen weer zwanger te worden. Ik heb voor het onderzoek 320 ouders gesproken en daarnaast professionals die te maken hebben met geboortezorg. Wat bleek? De meningen stonden haaks op elkaar: ouders wilden afscheid nemen en professionals vonden het beter van niet.’ Het onderzoek leidde tot ander beleid rondom perinatale sterfte in België. Het houdt hem nog altijd bezig. Niet zo lang geleden sprak hij een 88-jarige vrouw die vele kinderen had gebaard, maar haar eerste kind was in het kraambed gestorven. Ze was het kind nooit vergeten en had er jarenlang om gehuild, maar geen mens had het ooit aan haar gevraagd.
Opleiding
Daarmee komt hij op de kern van de zaak: verlies en rouw zijn sterk individueel bepaald en gerichte aandacht doet veel. ‘Ik heb een aantal keer een keuzecollege gegeven over verlies bij de opleiding geneeskunde: mijn zaal zat altijd vol. Nog altijd is het onderwerp geen vast onderdeel van de opleiding van artsen en verpleegkundigen en dat vind ik onbegrijpelijk. Vooral zij hebben voortdurend te maken met verlies: van functies, gezondheid of van een naaste. Je zou toch zeggen dat zij er bij uitstek een gesprek over kunnen voeren, maar dat is vaak niet zo. Als het om verlies gaat, weten mensen niet wat ze moeten zeggen omdat ze niet gewend zijn met verdriet en verlies om te gaan. Het klopt dat het geen vrolijk onderwerp is, maar het is wel deel van het leven.’ Als het gaat om ziek worden of het krijgen van een beperking wordt, net als bij het verlies van een dierbare, vaak gesproken over ‘accepteren’ of ‘verwerken’. Keirse neemt hier afstand van. ‘Hoe kun je verwerken dat je niet meer kunt lopen?
Of accepteren dat je niet meer gezond bent of langzamerhand je gezichtsvermogen verliest?
Dat is echt onzin. Je kunt ermee leren omgaan, de pijn en teleurstelling op een andere manier ‘vasthouden’, maar dat is het dan ook. En je kunt al helemaal geen doorsnee reactie van mensen verwachten. De een heeft meer veerkracht, kan beter met teleurstellingen omgaan dan een ander.
Of die ziet het niet als teleurstelling, maar iets wat nu eenmaal is gebeurd. De een heeft er baat bij om zo snel mogelijk weer de draad van het leven op te pakken. De ander heeft daar meer tijd voor nodig of lukt het helemaal niet meer. Dat kan. Ik denk dat het voor een groot deel te maken heeft met de manier waarop er naar je wordt geluisterd.
Heeft iemand ooit gevraagd hoe het voor jóu is, wat dit voor jóu betekent.’
Gezien worden
Hoe kun je dan mensen verder helpen? Alleen maar door naar mensen te luisteren? ‘Nee zeker niet. Het draait ook om het stellen van de goede vragen en een heldere aanpak. Een huisarts die mevrouw Jansen binnenkrijgt van wie de zoon maanden eerder zelfmoord heeft gepleegd, kan opzien tegen wéér een consult met een eindeloos verhaal over die zoon omdat het spreekuur dan uitloopt. Maar de huisarts kan ook beginnen met nakijken wanneer die zoon overleden is. Het gesprek kan beginnen met de opmerking dat het al weer zoveel maanden geleden is en dat ze het moeilijk zal hebben. Die vrouw ervaart dan aandacht. Vervolgens kun je ook benadrukken dat je graag langer met haar door wilt praten en daar een aparte afspraak voor wilt maken, maar dat nu de wachtkamer vol zit. Dán geef je haar oprechte aandacht en voelt ze zich gezien.
Dat doe je niet door haar af te kappen.’ Mensen moeten weten dat ze gehoord worden, dat hun pijn er mag zijn. Dat is in feite zijn boodschap.
Dat ze weten dat het verdriet dat ze voelen echt is, maar ook weten hoe ze daar een weg in kunnen vinden. Het is niet altijd eenvoudig omdat soms niet duidelijk is welke gevoelens er precies onder liggen, maar het is het proberen waard. ‘Ik zit soms minutenlang naar iemand te luisteren die zijn verhaal wil doen. Het gebeurt weleens dat het voor het eerst in jaren is dat iemand dat kan vertellen, dat er ruimte voor is. Daarna volgt er vaak opluchting. Het draait allemaal om gezien worden, erkenning van verdriet.’ Meer tijd voor elkaar nemen, echt naar elkaar luisteren en niet voor een ander invullen hoe hij of zij verlies ervaart. Het is niet voor niets zijn levensmotto dat het leven voor hem betekenis heeft, als hij van betekenis is voor anderen. Keirse: ‘En daarnaast vind ik dat we onze kinderen weer moeten opvoeden met verlies. Kinderen gaan meestal natuurlijker om met verlies dan wij. Praat maar over de opa die zij nooit hebben gekend. Dat is mooi. Laat hen zien dat een bepaald verlies of onrecht pijn doet en dat dat niet erg is. Als we dat allemaal doen, is het in de toekomst gemakkelijker om verlies de ruimte te geven.’
Tekst: Rietje Krijnen
Fotografie: Jimmy Kets en Frank Toussaint