Bij bevolkingsonderzoek blijkt steeds weer dat een belangrijk deel van de nieuw ontdekte glaucoompatiënten een normale oogdruk heeft (de druk is niet duidelijk verhoogd). Kennelijk is voor deze groep patiënten een ‘normale’ oogdruk niet goed genoeg. Deze vorm van glaucoom wordt dan ook het normale druk glaucoom (NTG) genoemd.
Normaledrukglaucoom
Bij 1 op de 6 mensen met open kamerhoekglaucoom is er sprake van een normaledrukglaucoom (NTG). Dit komt voor bij 0.2% van de mensen boven de 40 jaar. De gevolgen van normaledrukglaucoom zijn precies dezelfde als van glaucoom met verhoogde oogdruk: geleidelijk gezichtsveldverlies, waarbij het centrale zien lang gespaard blijft.
Oorzaken van NTG
In sommige gevallen kan de doorbloeding van de oogzenuw matig zijn en zal een normale oogdruk de bloedvaatjes ver genoeg dichtdrukken. Maar dat is niet altijd het geval: een aantal van de oorzaken van dit type glaucoom is niet bekend. Er zijn aanwijzingen dat patiënten met bloedvatproblemen elders in het lichaam een grotere kans hebben op glaucoom. Dit lijkt vooral te gelden voor het normaledrukglaucoom. Hierbij moet gedacht worden aan een te hoge bloeddruk of juist aan een te lage bloeddruk, suikerziekte of aan een hartinfarct of hersenbloeding in het verleden. Indien een van deze (of vergelijkbare) factoren aanwezig is, dan lijkt de kans op glaucoom, ook bij een normale oogdruk, groter. Indien deze factoren heel uitgesproken aanwezig zijn, dan kan de oogarts hiermee rekening houden bij de behandeling van het glaucoom.
Opsporen NTG
NTG kan in een vroeg stadium opgespoord worden als niet alleen de oogdruk gemeten wordt (deze is immers normaal) maar ook de oogzenuw onderzocht wordt. Dit kan door middel van oogheelkundig onderzoek, gezichtsveldonderzoek en/of het scannen van de oogzenuw (bijvoorbeeld door middel van een OCT scan). Alléén een oogdrukmeting is dus niet voldoende om glaucoom uit te sluiten.
Behandeling van NTG
De behandeling van het normaledrukglaucoom is erop gericht om de oogdruk nog lager te maken. Dit lukt vaak voldoende door middel van oogdruppels. Mochten oogdruppels onvoldoende effect hebben, kan er voor een laserbehandeling of operatieve behandeling worden gekozen. Over aanvullende behandeling gericht op de doorbloeding van de oogzenuw bestaat geen eenduidig beleid.