De behandeling van uveïtis is vooral gericht op onderdrukken (tot rust brengen) van de ontsteking en voorkomen van (vaak onherstelbare) schade. Er is geen medicijn om uveïtis te genezen.
- De keuze van de behandeling is afhankelijk van de soort uveïtis, van de ernst en het beloop
- De behandeling kan soms levenslang zijn
- Een aanval van uveïtis anterior duurt gemiddeld 6-12 weken
Uveitis anterior:
- De behandeling van de meest voorkomende vorm van uveïtis (uveïtis anterior) bestaat uit ontstekingsremmende druppels ()
Dit is een chemische variant van het lichaamseigen bijnierschorshormoon. Deze groep van stoffen onderdrukt diverse lichamelijke reacties bij ontstekingen en infecties.
- Verder worden vaak pupilverwijdende oogdruppels voorgeschreven. Deze voorkomen verkleving van de pupil met de lens en verlichten de eventuele pijn
Intermediaire uveïtis, uveïtis posterior en panuveïtis en ernstige gevallen van uveïtis anterior:
- In sommige milde gevallen kan worden afgewacht en hoeft er niet direct behandeld te worden
- Behandeling met ontstekingsremmende (corticosteroïd) druppels
- Corticosteroïden kunnen ook in het oog gespoten worden. Deze medicatie is enkele weken (celestone) of maanden (kenacort) werkzaam
- Er kan een corticosteroïd-implantaat in het oog worden ingebracht (Ozurdex)
- In ernstigere gevallen kan afweeronderdrukkende gegeven worden, zoals corticosteroïden, methotrexaat, mycofenolaat mofetil (Cellcept of Myfortic), azathioprine (Imuran) of cyclosporine (Neoral). Soms worden biologicals (nieuwe, sterke afweer onderdrukkende medicijnen) voorgeschreven
Dit is medicatie die werkzaam is in het gehele lichaam, dit in tegenstelling tot lokale medicatie, alleen werkzaam in bijvoorbeeld het oog.
- In sommige gevallen is een operatie nodig om de oorzaak te achterhalen. Dit gebeurt door middel van een ), of om de complicaties van uveïtis te behandelen
Dit is een operatie waarbij het vocht (het zogenaamde glasvocht) in het oog wordt vervangen door een andere vloeistof.
- De behandeling met oogdruppels en injecties bij het oog gebeurt door de oogarts. Bij behandeling met afweeronderdrukkende medicatie wordt een internist, immunoloog of reumatoloog in medebehandeling gevraagd. Hierbij wordt het bloed elke 3 maanden gecontroleerd op bijwerkingen
- Het is belangrijk dat een infectie als oorzaak van uveïtis wordt uitgesloten
Helaas zijn er soms bijwerkingen bij langer medicijngebruik:
- Staar of cataract (bij gebruik )
Dit is een chemische variant van het lichaamseigen bijnierschorshormoon. Deze groep van stoffen onderdrukt diverse lichamelijke reacties bij ontstekingen en infecties.
- Glaucoom (bij gebruik )
Dit is een chemische variant van het lichaamseigen bijnierschorshormoon. Deze groep van stoffen onderdrukt diverse lichamelijke reacties bij ontstekingen en infecties.
- Algeheel malaisegevoel (bij gebruik ). Ook is het mogelijk dat u last krijgt van gewichtstoename, haaruitval en depressieve gevoelens
Dit is medicatie die werkzaam is in het gehele lichaam, dit in tegenstelling tot lokale medicatie, alleen werkzaam in bijvoorbeeld het oog.
Consultkaart
Hebt u last van niet-infectieuze uveïtis? En werken oogdruppels niet voldoende of zijn oogdruppels niet geschikt voor u? Deze Consultkaart kan helpen als u en uw arts de keuze tussen prednison slikken of een injectie bij of implantaat in het oog bespreken.