Na de diagnose wordt met u het behandelplan besproken. De uveïtis kan tijdelijk van aard zijn of chronisch. U krijgt te maken met regelmatige oog- en bloedonderzoeken.
Het is noodzakelijk dat u de voorgeschreven medicatie gebruikt om de ontstekingen terug te dringen. Deze medicatie heeft positieve invloed op uw ogen, maar kan bijwerkingen hebben op de rest van het lichaam en het algemeen welbevinden.
Door de uveïtis kan het moeilijk zijn om uw (dagelijkse) werkzaamheden te verrichten vanwege het verminderde zicht en de medicatie die een negatieve invloed kan hebben op de rest van uw lichaam en op het algemeen welbevinden. Iemand die last heeft van uveïtis kan zich onzeker voelen over de toekomst: wat zijn de gevolgen voor het zien,’word ik blind?’
In het dagelijks leven zult u niet gauw iemand tegenkomen die ook uveïtis heeft. Dit kan leiden tot onbegrip: het kan lastig zijn om uw situatie duidelijk te maken. Een gesprek met lotgenoten kan een positieve bijdrage leveren aan de verwerking en de acceptatie van het hebben van uveïtis.
Er zijn organisaties die u kunnen helpen bij het verbeteren van de werkplek, de leesbaarheid van het computerscherm, de verlichting in uw woning etc. Voor meer informatie over deze zaken kunt u terecht op het onderdeel Leven en werken met een oogaandoening of op de websites van Bartimeus of van Koninklijke Visio.
Voor vrijwel elk oogonderzoek krijgt u pupilverwijdende oogdruppels in de ogen toegediend. Hierdoor ziet u waziger en heeft u meer last van (fel) licht. Zorg dat u in die situaties een petje en/of zonnebril bij u heeft. Zelf autorijden na een (oogheelkundig) onderzoek wordt afgeraden. Veel mensen vinden het prettig om een begeleider mee te nemen naar het ziekenhuis. Informeer bij de oogarts of uw uveïtismedicatie invloed heeft op vruchtbaarheid en zwangerschap. Wilt u hierover meer weten, bespreek dit dan met uw behandelaars of raadpleeg de genoemde websites.