Lees hieronder de ervaringen van Rachel Kuipers over deelnemen aan het verkeer.
Ik ervaar elke dag weer dat ik moet presteren; mijn aandacht mag daarbij niet verslappen, want dan gebeuren er ongelukken omdat mijn ogen alle visuele informatie niet (meer) kunnen waarnemen. Mijn trainingssessies bestaan niet uit het sjouwen met zware gewichten of het afleggen van bewonderingswaardige afstanden in recordtempo. Ik train mijn zintuigen, mijn weerbaarheid, mijn communicatieve vaardigheden en mijn survival skills. Elke dag weer. Mijn doel is dagelijks van A naar B te komen op een veilige en zo ontspannen mogelijke manier. Dat vraagt veel sportiviteit, vertrouwen en doorzettingsvermogen van me. In het kader van ‘De dag van de witte stok’ heeft de Oogvereniging mij gevraagd mijn ervaringen hierover met je te delen. Rond het thema ‘Oog voor elkaar’ hopen we communicatie en bewustwordingsprocessen op gang te brengen, zodat er meer rekening gehouden gaat worden met mensen met een witte stok. Aansluitend hierop heb ik ook nog een leuke uitdaging voor jou; een uitdaging die een béétje sportieveling niet af kan slaan!
Een goede ‘sportoutfit’ en het juiste materiaal zijn al een goed begin voor het beoefenen van welke sport dan ook. Ik ga echter voor zichtbaarheid en herkenbaarheid. Communicatie is ten slotte het halve werk nietwaar? Mijn witte stok met rode strepen (de blindengeleidestok) is hét signaal voor alle verkeersdeelnemers dat ik ze niet (goed) zie. Men kan hierop anticiperen. Daarnaast behoort mijn blindengeleidehond ook tot mijn vaste uitrusting. Lady, mijn zwarte labrador, helpt mij niet alleen bij het ontwijken van obstakels, maar helpt met haar tuig en beugel ook de herkenbaarheid van mijn visuele beperking. Op haar tuig, dat voorzien is van reflecterend materiaal, zitten labels waarop staat dat ze een geleidehond is en dat je haar niet mag afleiden. In de praktijk blijkt echter dat dit soms niet voldoende is. Daarom doe ik op plaatsen waar ik drukte verwacht vaak ook nog een hesje aan over mijn kleding met de tekst: ‘Ik zie je niet, houd jij afstand?’. In het donker voel ik mij soms net een rondwandelende kerstboom, want dan voorzie ik mijn stok, mijzelf en Lady van lampjes, zodat we ook dan zichtbaar zijn.
Ondanks de herkenbaarheid en zichtbaarheid blijft oversteken voor mij een uitdaging. Het inschatten van de snelheden van andere weggebruikers is vreselijk moeilijk; bulderende motoren, rammelende aanhangwagens en enorm vrachtverkeer klinken bijzonder imponerend. Het geluid dat je op je af hoort komen, kan heel beangstigend zijn als je het niet kunt zien. Daar tussendoor komen dan nog de elektrische voertuigen en de fietsers, die je bijna niet hoort. Misschien zijn deze weggebruikers nog wel veel enger. Omgevingsgeluiden en mensen die niet stoppen voor witte stokgebruikers maken het er verder niet makkelijker op. Het zou mij (en alle andere verkeersdeelnemers met een visuele beperking) ontzettend helpen wanneer iedereen zou stoppen voor de witte stok. Doe ik mijn witte stok omhoog? Stop dan alsjeblieft! Ook als ik over wil steken en ik niet bij het zebrapad sta; mijn zintuigen staan op scherp, mijn focus is enorm, maar verkeerssituaties zijn heel complex sinds mijn ogen het visueel niet meer kunnen bijbenen. Het is geen onwil, geen arrogantie en al helemaal geen gemakzucht. Nee, meedoen in het verkeer is voor mij keihard werken!
Wanneer ik met Lady gebruik maak van het fietspad, loop ik zo goed mogelijk aan de kant. Op smalle fietspaden is dat lastig, omdat ik met mijn blindengeleidehond naast mij breder ben. Maar waar loop ik dan het beste? Beter links? Of juist rechts? Mijn hond en ik hebben geleerd om rechts te lopen als mijn hond aan het werk is; met de rijrichting mee. Fietsers die van achteren naderen, hoeven dan hooguit stapvoets te rijden of kunnen inhalen als de andere rijbaan vrij is. Zo ontstaan er geen opstoppingen. Mijn ervaring op de rechter weghelft is echter minder positief. Ik word slecht herkend als blindengeleidehondgebruiker door fietsers die mij van achteren naderen. Inhalen gebeurt vaak met een bloedgang en met het overlaten van heel weinig ruimte. Vaak vliegen fietsers (soms ook nog in grotere groepen) rakelings langs mijn blindengeleidehond dus kies ik er vaak voor om uit veiligheidsoverwegingen tóch maar links te lopen (tegen de rijrichting in). Dan loop ik als “barrière” tussen de hond en het verkeer en ben ik degene met de meest kwetsbare positie op het fietspad. Voor mij is er iets meer respect, maar ook ik kan niet anticiperen op wat er gebeurt. Het gevolg is dat ik tegen nare opmerkingen aanloop of een ‘botsing’ met stuur of arm moet incasseren. Aan de linkerkant van de weg ben ik beter herkenbaar als geleidehondgebruiker, maar op deze manier is inhalen voor fietsers minder gemakkelijk; soms moeten zij stilstaan en afstappen, om te wachten tot de andere rijbaan vrij is. Ik moet zelf soms ook stilstaan en heb dat niet altijd op tijd in de gaten; even snel de berm in stappen zit er voor mij niet in. Wanneer mijn hond in beugel loopt en aan het werk is, mag zij de verharde weg niet verlaten en mij de berm in sturen. Dat heeft met veiligheid te maken (overhangende takken, oneffen ondergrond et cetera). Ook bij uitlaten (aan de linkerkant van de weg) van mijn hond (en zij niet aan het werk is) ben ik daarin beperkt. Het is geen onwil van mij om het fietspad “te claimen”. Het heeft allemaal te maken met het niet goed kunnen zien en overzien van de situatie. Het zou mij helpen als fietsers met gepaste snelheid en voldoende ruimte passeren, ongeacht mijn positie op het fietspad.
Bij het leveren van topsport horen ook blessures. Tot fysiek letsel is het gelukkig nog niet gekomen; mijn stok vangt tot nu toe veruit de meeste klappen op. De mentale dreunen kan ik helaas moeilijker ontwijken. Het gebeurt regelmatig dat ik een voltreffer moet trotseren, die onverwacht hard binnenkomt. Zo eentje waarbij ik met trillende benen aan de kant van de weg sta bij te komen of waarbij de tranen mij over het gezicht lopen van schrik. Situaties, die door anderen vaak afgedaan worden als ‘incidentjes’. Het zorgt ervoor dat mijn zelfvertrouwen regelmatig een fikse upgrade nodig heeft en mijn incasseringsvermogen soms overbelast raakt. Het is telkens vallen, opstaan en weer doorgaan. Tijd om te herstellen is er nauwelijks.
Verkeersdeelname is, in mijn optiek, geen optelsom van solistische acties en individuele ‘sportieve prestaties’; het is tweerichtingsverkeer, waarbij elke deelnemer een bijdrage levert en actie om reactie vraagt. Dat doet niet alleen een beroep op aanpassing van verkeersdeelnemers zonder (visuele) beperking, maar dat vraagt zeker óók om participatie en meedoen en meedenken van mij (en alle andere mensen met een visuele beperking). Zien kan ik niet, dáár heb ik je hulp bij nodig; communiceren en delen kan ik wel. Door mijn ervaring te delen en bewustwording en begrip te creëren, worden knelpunten beter zichtbaar. Mijn uitdaging voor jou: doe met mij mee! Laten we verkeersdeelname zien als teamsport! Waarbij we ons niet alleen sportief aan de verkeersregels houden, smaar waar we ook oog hebben voor elkaar en elkaars (on)mogelijkheden. Zou het niet fantastisch zijn om samen zo’n sportieve topprestatie neer te zetten? Jij doet toch ook mee?