Tekst grootte

Interview: Hoe wordt er bij Visio Het Loo Erf omgegaan met anderstalige cliënten?

Interview
Nieuws
Geplaatst op: 4 juli 2019

Anderstaligen

Ton: “De anderstaligen zijn in de meeste gevallen vluchteling. Zij kunnen onderling sterk verschillen qua cultuur, vooropleiding, levensgebeurtenissen en problematiek. Het is altijd weer een uitdaging om het revalidatietraject, en het vervolg daarop, met de cliënt zo goed mogelijk vorm te geven en meer participatie mogelijk te maken.  Voor deze doelgroep stemmen wij daartoe behalve met het behandelteam, ook af met partijen als vrijwilligers, gemeenten, wijkteams, opleidingsinstituten en fondsen.

Naar schatting zijn er in Nederland zo’n 30.000 anderstalige slechtziende en blinde mensen. Niet iedereen heeft intensieve revalidatie nodig. Bij Visio Het Loo Erf revalideren gemiddeld twintig anderstaligen per jaar.

Culturele achtergrond

Ton vertelt dat anderstaligen vaak moeten wennen aan de westerse cultuur: “Bij ons staat het individu als vanzelfsprekend centraal; je bent verantwoordelijk voor je eigen welzijn. In veel niet-Westerse culturen wordt traditioneel meer uitgegaan van ‘wij`, dat wil zeggen: van de familie en van het dorp. In geval van ziekte en beperking zorgt de familie vaak voor diegene. En de zieke of gehandicapte rekent op die zorg maar belandt vaak ook in een marginale positie. In onze ogen kan dit een vorm van aangeleerde hulpeloosheid lijken, terwijl hun beleving vaak ook morele of religieuze kanten heeft”.

“Mensen vluchten niet zomaar. De vlucht en wat hieraan voorafging spelen vaak door. Mensen kunnen soms veel ouder lijken en moe en beschadigd zijn van ervaringen van ontbering, geweld, angst en verlies. Niet zelden belemmert dit het leren van nieuwe vaardigheden.

Aan de andere kant heb je soms jonge mensen met meer veerkracht, die echter weinig scholing hebben gehad of zelfs analfabeet zijn. Bij hen zien we dikwijls dat ze daardoor algemene ontwikkeling missen en moeite kunnen hebben met leren en plannen.”

Ton vervolgt: “Het is om dergelijke redenen soms een heel proces voor de nieuwkomer om het eigenaarschap en initiatief te ontwikkelen dat wij als gangbaar zien in een revalidatie. Als mensen vragen: ‘Wat kan ik zelf doen om verder te komen’, hebben ze soms al enorme stappen gemaakt.”

Inburgeren

Ton vertelt dat inburgeren en Nederlands leren voor deze doelgroep meestal een probleem vormen, doordat de reguliere inburgeringscursussen niet goed toegankelijk zijn; de leerstof wordt doorgaans te visueel aangeboden. Ton: “Denk aan het lezen van teksten op computers, het beantwoorden van vragen over plaatjes en filmpjes, met de muis een antwoord aanklikken etc. De anderstalige slechtzienden die het – verplicht – proberen, hebben het in een reguliere inburgeringsklas daardoor vaak moeilijk, ervaren schaamte en – letterlijk en figuurlijk – gezichtsverlies.”

“De overheid biedt mensen weliswaar de mogelijkheid om een ontheffing van de plicht tot inburgeren aan te vragen om medische redenen. Veel anderstaligen willen dit ook, om van ‘de onmogelijke opgave’ af te zijn. Maar met hun ontheffing stopt ook hun inburgering en dreigen deze mensen buiten de maatschappij te komen te staan” betoogt Ton. “In individuele gevallen zoekt Visio Het Loo Erf steeds naar de beste oplossing. Dat is multidisciplinair, maar kleinschalig maatwerk, waarin we vaak veel verschil kunnen maken.

Samen met het onderwijs, de overheid en de branche zouden we daarnaast willen zoeken naar structurele oplossingen om voor de grotere doelgroep meer te kunnen betekenen. Onze onlangs opgerichte expertisegroep Anderstaligen probeert hierin een bevorderende rol te spelen.”

Dit interview is tot stand gekomen met medewerking van Marijke Osinga en Koninklijke Visio