Tekst grootte

Leven met een visuele beperking: Koen Versseput (1972)

Interview
Nieuws
Geplaatst op: 23 juni 2020

Door: Marijke Osinga

Op een zonovergoten lenteochtend, in een langzamerhand wat lichtere lockdown, ontvangt Koen Versseput mij op zijn kantoor in Hazerswoude. Drie bureaus en een bar met daarvoor een drietal barkrukken domineren op een intens blauwe vloerbedekking de ruimte. “Die bar is de erfenis van de vorige huurder.”, verklaart Koen.

Groot en breedgeschouderd is hij, een man die de wereld aan kan, zo lijkt het. Dat mag ook wel. In 2013 is Koen zijn eigen bedrijf in de handel van helikopteronderdelen van het merk AW109 begonnen, terwijl zijn zicht terugloopt.

Gezichtsveld

Koen: “Fietsen kan ik niet meer. Daarnaast heb ik steeds vaker kapotte schenen of blauwe plekken op mijn hoofd omdat ik ergens tegenaan ben gelopen of ben gestruikeld. Ook heb ik toenemend hinder van licht.”

“Ik zie nog ongeveer 45%.”, vertelt Koen verder. “Dat is best veel.”, laat ik mij ontvallen. “Wat je ziet, wordt niet alleen bepaald door gezichtsscherpte, maar ook door het gezichtsveld.”, repliceert Koen rustig. Hij legt uit: “Het gezichtsveld is de ruimte die je kunt bekijken zonder je hoofd of ogen te bewegen. Ik heb een gezichtsveld van ongeveer 30 graden. Een normaal gezichtsveld beslaat iets minder dan 180 graden.”

Welkom

Koen heeft Retinitis Pigmentosa, net als zijn moeder. Ook zijn dochter is draagster van deze aandoening. Bovendien heeft ze een bont netvlies. Wat dat voor haar betekent, is niet helemaal duidelijk. “Was het een bewuste keuze een kind te krijgen, terwijl je wist dat je erfelijk belast bent?”, vraag ik. “Ja,”, antwoordt Koen. “Mijn vrouw was al wat ouder toen ze in verwachting raakte van onze dochter. Wat ons betreft was onze dochter welkom, ook als ze het syndroom van Down zou hebben gehad.”

“Nou ja, de kennis op medisch terrein maakt een enorm snelle ontwikkeling door. Ik ga ervan uit dat RP binnen afzienbare tijd te behandelen valt.”, probeer ik een luchtige toon aan te slaan. “Daarin ben ik wel teleurgesteld.”, geeft Koen terug. “Toen ik klein was, werd mij al gezegd dat men snel een oplossing zou hebben voor dit soort oogproblemen. Ik ben nu bijna vijftig en nog steeds is er geen behandeling. Ik heb mijn verwachtingen dus moeten temperen. Wel doe ik momenteel mee aan een trial ten behoeve van gentherapie. Daarbij wordt de teruggang in mijn zicht gedurende twee jaar geobserveerd. Ik hoop de wetenschap daar een dienst mee te bewijzen, hoewel het nog steeds niet om een behandeling gaat.” Koens stem klinkt niet cynisch, eerder neutraal.

Global sales manager

Hij vertelt: “Ik heb een leven als ieder ander geleid, heb een Mbo-opleiding gedaan. Ik ben onder meer een eigen kantoorboekhandel in Hazerswoude begonnen. Eigen baas zijn had zo zijn voordelen. Ik kon met het oog op mijn specifieke lichtwensen, zelf bepalen wat voor soort lampen ik in mijn winkel had en hoe mijn kassa eruit zag.” Koen maakte werkweken van 90 uur. “Toen ik mijn vrouw leerde kennen, werd mij dit vele werk wat teveel.”, vertelt Koen.

Koen verkocht de zaak en werd werknemer bij een onderneming, die handelde in vliegtuigonderdelen. “Ik begon als verkoper binnendienst. Later werd ik accountmanager en uiteindelijk global sales manager. In die hoedanigheid moest ik verkoopplannen maken, online vergaderen, maar ook wel klanten bezoeken. Ik was voor mijn werk dus veel onderweg.” Koen somt op: “Parijs, Dubai, Turijn…”

Trots op een werknemer met een beperking

Hij vertelt: “Ik heb geen rijbewijs. Mijn collega’s vonden dat niet zo leuk, dachten dat ik daardoor minder zou presteren. Pas toen bleek dat ik gewoon geld binnenbracht, verdween de kritiek. Eens zag mijn leidinggevende mij met mijn herkenningsstok op een beurs lopen. Toen was hij er best wel een beetje trots op dat het bedrijf iemand met een beperking in dienst had en dat dat goed ging.”

“Vond je het niet vervelend met een stok te lopen? Je vestigt daarmee wel de aandacht op je beperking.”, zeg ik. Koen antwoordt ontkennend. “Ik had het zo naar mijn zin op mijn werk dat die stok voor mij niet zo belangrijk meer was.”

Student-chauffeur

Koen zegt praktische oplossingen te verzinnen, zodat zijn slechte visus niet zijn beperking wordt. In het buitenland neemt hij wat vaker een taxi of een interne vlucht. “Vanwege mijn herkenningsstok krijg ik een vipbehandeling bij het inchecken voor een vlucht. Dat scheelt veel tijd.”, lacht Koen. “Als ik weinig tijd heb om over te stappen en het vliegveld groot is, zoals bijvoorbeeld in Atlanta, vraag ik van tevoren begeleiding aan. Bij kleinere vliegvelden heb ik die begeleiding niet nodig.”

Ook zorgt Koen, als hij naar een beurs gaat, dat hij een hotel heeft vlakbij de locatie waar de beurs wordt gehouden, hoewel die hotels veel duurder zijn dan de hotels die iets verder weg liggen. “Daar doe je niks aan.”, zegt Koen. Daarnaast neemt Koen, als hij in Nederland ergens moet zijn, regelmatig een student-chauffeur om hem naar de plaats van bestemming te laten vervoeren. “Ik laat de student dan in mijn eigen auto rijden.”, zegt Koen.

“De vliegtuigbranche is net als de olie- en gasindustrie conjunctuurgevoelig.”, vertelt Koen. “In 2013 ging het niet zo goed en verloor ik mijn baan. Ik heb gesolliciteerd, maar vond geen werk.” “Nee, mijn ogen waren daarvoor niet de doorslaggevende reden.”, is Koen mijn vraag voor. “Ik begon mijn eigen bedrijf, eerst in onze logeerkamer, later bij mijn ouders thuis en nu hier. Ik heb twee medewerkers in dienst en ook nog administratieve ondersteuning. Ik moet zeggen dat het best aardig loopt, hoewel het nu wel inzakt. Handelen in helikopteronderdelen is een bewerkelijke business.”

Voordelen van de coronacrisis

Als ik opmerk dat Koens aandoening progressief is en hem vraag hoe hij de toekomst ziet, zegt hij: “Reizen zal voorlopig nog wel gaan, hoewel ik het lastiger begin te vinden om mij in een drukke omgeving te verplaatsen. De coronacrisis heeft mij echter de voordelen van online vergaderen getoond. Het benadert het persoonlijk contact heel aardig, hoewel…, als je de mensen in de ogen kijkt, wordt de lading van een  gesprek wel anders. Over het algemeen maak ik mij niet ongerust wat de dag van morgen mij brengt.”

Als Koen mij uitlaat, vertelt hij dat hij die ochtend al om zes uur met zijn vrouw en dochter door de velden liep. “We zagen de zon de nevel van de nacht verdrijven. Haasjes en konijnen sprongen voor ons weg. Bloeiende bloemen in de bermen. Op zo’n moment voel ik mij een hoofdpersoon in een fascinerende film.”

Over Marijke Osinga

Marijke Osinga is jurist. Daarnaast schrijft ze verhalen en houdt ze interviews. Dit laatste doet ze omdat ze graag iets wil doen aan de beeldvorming van mensen met een beperking. Zelf is ze slechtziend en linkszijdig spastisch. Ze heeft een zoon van 17 met wie ze samen in een appartement woont. Bij de Oogvereniging maakt ze deel uit van de ledenraad.