Tekst grootte

Santa Run haalt €8.134,- op voor hoge myopie

Hoge myopie
Nieuws
Provincie Groningen
Geplaatst op: 2 januari 2024 een cheque wordt omhoog gehouden met het opgehaalde bedrag van 8.134 euro

Op 17 december vond op Landgoed Nienoord in Leek een Santa Run plaats om geld op te halen voor onderzoek en preventie van hoge myopie (ernstige bijziendheid). Een Santa Run is een activiteit waarbij alle deelnemers verkleed zijn als kerstman. Ritsert Jansen, actieve vrijwilliger bij Oogvereniging Hoge Myopie, was nauw betrokken bij de organisatie van de run. De opgehaalde €8.134,- gaat het Oogfonds in samenwerking met de Oogvereniging besteden aan onderzoek naar en preventie van hoge myopie. In onderstaand artikel door Rotary Magazine Nederland wordt Ritsert geïnterviewd over de actie. De Santa Run werd georganiseerd door Rotaryclub Roden-Leek.

Over Ritsert

Ritsert houdt niet van stilzitten. Het is juist zijn oogkwaal en het loerende gevaar voor de komende generaties die hem inspireren tot nieuwe activiteit. Via het Rotary-netwerk heeft hij ruime ingangen om bij velen de ogen geopend te krijgen voor het probleem dat nog veel te weinig bekend is. Bij diverse Rotaryclubs heeft hij al lezingen gehouden. In zijn eigen club heeft hij inmiddels een werkgroepje kunnen vormen dat hem helpt bij het creëren van bewustzijn voor dit groeiende probleem. In veel gevallen zorgen clubs ook dat er geld op tafel komt voor verdere voorlichting. Bijvoorbeeld dus via de Santa Runs, zowel van zijn eigen club als elders in district 1590.

Beeldschermen

Menselijke ogen zijn eigenlijk gemaakt voor ver weg kijken. Maar in de afgelopen eeuw moesten ze noodgedwongen wennen aan steeds meer lezen, studeren, huiswerk maken en zich aanpassen om dichtbij kijken makkelijker te maken. De meest snelle aanpassing kwam in de afgelopen veertig jaar: computers, tablets, smartphones. Allemaal fnuikend voor de ogen. Misschien te laat onderkend, maar ook weer niet helemaal tegen te houden. Mogelijk wel deels op te vangen met preventie, bewustwording en voorlichting. Ten aanzien van jongeren probeert Ritsert nu vooral ouders en grootouders wakker te schudden. Maar ook bijziende volwassenen moeten weten welke risico’s ze lopen en hoe ze dan moeten handelen.

Ritsert Jansen is van 1963. Verleidingen van beeldschermen bestonden nauwelijks. De televisie was nog maar een paar uur per dag in de lucht. ‘Tijdens mijn schoolopleidingen was er nog geen computer in de klas. De juf of meester schreef met krijt. Maar in mijn school- en studietijd begon het ook bij mij langzaam maar zeker mis te gaan, zoals bij veel hoger opgeleiden. Te veel met je neus in de boeken zitten. Te laat de symptomen van complicaties herkennen.’

Nadat hij allerlei cijfermateriaal was gaan verzamelen, onder meer van Wereld Gezondheids Organisatie WHO, werd de omvang van de bijziendheid-epidemie hem duidelijk. Sinds 2021 is hij actief in een kerngroep binnen de Oogvereniging, het patiëntenplatform naast het Oogfonds. In die omgeving doet hij samen met oogartsen wetenschappelijk onderzoek naar verbetering van de oogzorg op het punt van bijziendheid. Het accent ligt op preventievoorlichting aan jeugd en volwassenen. De voordrachten die Ritsert houdt bij Rotaryclubs richten zich vooral daarop.

Dan zet je toch een bril op?

Nou, dan zet je toch gewoon een bril op?’, werd lange tijd als remedie gezien. Maar dat biedt geen soelaas tegen de stille dreiging van snel toenemende bijziendheid. We gaan naar een wereldbevolking waarvan 10 procent brillenglazen van min 6 of sterker nodig heeft. Nog vóór hun pensioen zal 3,3% van de mensheid ronduit slechtziend of zelfs blind zijn. En dat terwijl artsen ‘min zes’ al pathologisch beschouwen. Laat staan de ‘min twintig’ die Ritsert inmiddels scoort. Al vanaf -2 begint het risico op complicaties op te lopen.

Van de Nederlanders is een kwart van alle zestigplussers nu al bijziend, dat wil zeggen dat zij voorwerpen op afstand wazig zien. Bij veertigers ligt dat op 30% en bij twintigers op 50%. Daaruit blijkt wel dat het risico sterk groeit al naar gelang de ouderdom van de generatie. De WHO heeft ook een beeldschermadvies: in het eerste levensjaar geen beeldscherm voor de kinderoogjes, tussen 2 en 5 jaar niet meer dan een uur per dag en daarna dagelijks maximaal 2 uur.

De 20-20-2 regel

Lange tijd onophoudelijk naar een beeldschermpje staren is heel slecht. Vooral voor jongeren tot een jaar of 18. Zij zouden de volgende leefstijlregels in acht moeten nemen: na 20 minuten dichtbij kijken: minstens 20 seconden ver weg kijken. En wat heilzaam is voor jonge ogen: 2 uur per dag buiten zijn. Na de tienerleeftijd zijn menselijke ogen meestal uitgegroeid. De 20-20-2 regel kan dan worden losgelaten.

Medische therapieën om toenemende bijziendheid te behandelen, zijn nog volop in onderzoek. Natuurlijk grijpen velen naar atropine-druppels, speciale defocus-brillen en -lenzen. Maar eigenlijk is door ongeremd lees- en leefgedrag het kwaad dan al geschied. Meer bekendheid met de complicaties en daardoor snelle behandeling, kan dan wellicht nog meer zicht redden.

Bron: Rotaryclub Roden-Leek

“Vooral voor jongeren tot een jaar of 18 is lange tijd onophoudelijk naar een beeldschermpje staren heel slecht.”