Tekst grootte

Geschreven door Mirella Simons. Op woensdag 15 juni zijn we met 12 bezoekers, en begeleiders een middag bij Terra Maris in Oostkapelle op bezoek geweest.

Ko van der Maas, de penningmeester van zowel de Oogvereniging als de Macula vereniging afdeling Zeeland had alles tot in de perfectie geregeld. Hij is zelf vrijwillig tuinman bij Terra Maris en houdt het groentegedeelte van de tuin bij. Maar daarover later meer.

De taxi’s waren een beetje verlaat her en der en door een uitvallende trein is een bezoeker, die normaal in oogcafé Goes komt, helaas nooit aangekomen. Eenmaal in Terra Maris werden we in het café gedeelte getrakteerd op koffie of thee met een bolus of in mijn geval iets anders, ik ben niet zo dol op bolussen.

We zijn met 2 groepen van 6 personen op pad gegaan in de tuin en de bijenstal. De tuinman, Jan Tuin is zijn naam, was speciaal een middag van vakantie teruggekomen om ons rond te leiden. Hoe geweldig! En hij heeft ons in een half uur tijd heel veel verteld, laten voelen en ruiken. In de tuin zijn diverse landschappen in het klein aangelegd die je in het Zeeuwse tegen kunt komen. Zo zijn er akkertuinen, een stukje moerlandschap, rietkragen die niet iedere jaar gemaaid worden zodat de Karekiet erin gaat nesten en worden er veel planten geplant om te zorgen dat zowel vlinders als rupsen voldoende te eten hebben. De groenten uit de tuin worden o.a. gebruikt in het café om er bijvoorbeeld soep van te maken. We hebben ook heerlijke Korona aardbeien geproefd! En nee, niet verkeerd gespeld, het is met een K. Deze aardbeien zijn heel goed bestand tegen ziektes e.d. We hebben ook allerlei onderdelen van planten in onze handen gehad. Bijvoorbeeld meekrap, dat men vroeger gebruikte om stof te verven in een rode kleur. Ook de ratel van het ratelplantje en natuurlijk wat verse kruiden zoals, tijm, rozemarijn en venkelkruid. Het half uur was zo om en toch zijn we grofweg de hele tuin rond geweest.

Daarna naar de bijenstal. Het was behoorlijk warm weer maar in de bijenstal stonden we in het donker en was het niet overdreven warm. De imker vertelde dat het donker in de stal was omdat bijen naar het licht vliegen. Daarom staan openingen van bijenkasten altijd naar het licht gericht. Er is een gazen afscheiding tussen de ruimte waar de 7 bijenkasten staan en waar wij stonden. De bijen zouden er doorheen kunnen vliegen maar omdat zij door hun facet ogen nog veel meer gaatjes zien dan er in het gaas zijn worden ze daar helemaal gedesoriënteerd van en blijven ze aan hun kant.

Een bijenvolk staat in dienst van de koningin. Zij legt de eitjes waaruit de verschillende bijen komen. De werksters helpen de eerste 3 weken in de bijenkorf en zien geen daglicht. Na die tijd mogen ze net buiten de kast rondvliegen om te leren hoe hun kast eruit ziet en waar hij staat en hoe het daar ruikt. Na weer een paar weken mogen ze op pad om stuifmeel en nectar te gaan verzamelen. Dat doen ze dan nog geen week of 3 en daarna sterven ze. Hun vleugels zijn in die weken zo versleten dat ze niet meer kunnen vliegen.

Wanneer een volk te groot wordt voor de kast worden er door de koningin speciale eitjes gelegd die gevoed worden met het zogenaamde Royal Jelly, koninginnengelei. Als er uit een van de eitjes een nieuwe koningin tevoorschijn komt worden de andere gedood. Als de nieuwe koningin klaar is voor haar taak gaat de oude koningin met een deel van het volk weg uit de kast en gaat bijvoorbeeld aan een boomtak hangen met haar volk om zich heen om haar te beschermen. Verkenners gaan op zoek naar een nieuw woonhuis. Imkers die weten dat er ergens een volk hangt, scheppen deze vaak op en plaatsen het in een kleine kast. Meestal blijft het volk daar wel in en breidt zich langzaam weer uit en het hele proces herhaalt zich dan weer.

De bijen produceren natuurlijk bijenwas, een mooie lege raat konden we vasthouden en ruiken. Verder wordt van Propolis (hars van bomen) een soort lijm gemaakt waarmee de bijen alle kieren en gaten dichten zodat de kast tochtvrij is. Deze stof wordt keihard. De imker verzamelt het en brengt het naar de dierenarts. Deze maakt er een antiseptische en schimmelwerende crème van voor huisdieren. Ook voor mensen heeft deze crème nut. Het meest bekende bijen product is natuurlijk honing. We hebben geproefd en deze honing smaakte erg bloemig. Heel lekker! Als laatste hebben we een klein proefglaasje mede of terwijl honingwijn gedronken. Heerlijk, niet te zoet en smaakvol. Deze drank is al heel oud, zo’n 8000 jaar geleden dronk men het al. Godendrank volgens de Vikingen, hun oppergod Odin dronk het om kennis en wijsheid op te roepen. Wij zijn in ieder geval veel wijzer geworden deze middag en hebben ook veel kennis opgedaan!

Een aantal bezoekers zijn nog het binnen gedeelte van het museum in geweest. Hier kun je nog meer leren over het ontstaan van het Zeeuwse landschap.

Nog even wat gedronken en nagepraat met iedereen die er nog was. We hebben het reuze naar ons zin gehad en raden dit uitje zeker aan!

Er zijn rondleidingen waar je je bij aan kunt sluiten en die kun je vinden op de website via deze link >>
Zo is er op 12 juli een rondleiding van 11 tot 13 uur die door Ko van der Maas gegeven wordt over en door de moestuin. Aanmelden niet nodig, en kosten zijn een toegangskaart voor het museum. Voor bijvoorbeeld een volwassen is dat €9,50, museumjaarkaart is gratis. Alle informatie staat op de website die hierboven genoemd is. Het was een hele leuk middag!