Tekst grootte

Wat ben je aan het doen? – Vincent Bijlo

Nieuws
Geplaatst op: 28 oktober 2021

Hoe kwam je in de jury?

‘Ik ben destijds gevraagd door het Oogfonds. Musea en kunst zitten al van jongs af aan in mijn systeem. Het was voor mij altijd vanzelfsprekend dat musea niet toegankelijk waren, en toch ging ik erheen. Alhoewel, ontoegankelijk waren ze niet allemaal… Als kind ging ik al naar de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten in Brussel. Daar hadden ze vanaf de jaren ’70 al een speciale blindenexpo, met voelbare replica’s en braille. Over mijn liefde voor musea heb ik gepubliceerd in allerlei media. Ook heb ik audiotours gemaakt voor bijvoorbeeld de Beeldentuin in het Kröller-Müller Museum en voor het Kunstmuseum in Den Haag.’

Hoe gaat het beoordelen in zijn werk?

‘Musea die kans willen maken op de prijs dienen een projectplan in. Als juryleden lezen we eerst individueel alle projectplannen. Vervolgens maakt iedereen een top-3. Sommige musea komen daarin steeds terug, andere vallen af. Argumenterend en debatterend maken we keuzes. Er zijn verschillende criteria die je in je achterhoofd houdt. Naast de technische criteria gaat het om de uitwerking en het creatieve aspect. Maar ook: waarom is het noodzakelijk dat dit plan wordt uitgevoerd? Hoe wordt dat overgebracht in het plan?’

Hoe vind je het om dit te doen?

‘Ik vind het altijd leuk en goed om te jureren voor de RAK Stimuleringsprijs. Als juryleden kunnen we goed met elkaar uitwisselen. Er zitten heel verschillende soorten mensen in de jury. De één kijkt met een technische bril, anderen hebben een museale achtergrond, weer anderen kijken meer naar het gebruikersperspectief. Ikzelf combineer verschillende aspecten, maar ik ben in eerste instantie iemand van de kunsten.’

Wat brengt het jurylidmaatschap jou?

‘Wat ik altijd interessant vind is als je een museumervaring krijgt die volledig inclusief is. Neem het Verzetsmuseum, winnaar van de RAAK Stimuleringsprijs 2018. Het museum heeft zulke leuke en goede dingen opgezet, die deels ook nog in ontwikkeling zijn.

Maar ik denk ook aan het Bevrijdingsmuseum Zeeland. Daar is van de oorlog een enorme beleving gemaakt die laat zien: de oorlog is het verschrikkelijkste wat er is. Het gaat erom verhalen te blijven vertellen, de geschiedenis persoonlijk maken. Steeds meer musea zijn daar tegenwoordig mee bezig. Goede toegankelijkheid is er voor iedereen, dat is waar het om gaat.’