Werken in coronatijd: vier ervaringen
Geplaatst op: 23 maart 2021
Erik Klaassens
Erik woont in Peize en werkt bij de klantenservice van DUO in Groningen. ‘Ik beantwoord telefonisch vragen over studiefinanciering en studieschuld en verwerk de informatie.’ Sinds 16 maart vorig jaar is Erik niet meer op kantoor geweest. Zijn collega’s heeft hij daarna slechts één keer gezien: in juli bij een vergadering met borrel.’
Thuis werkt Erik meestal in de woonkamer. Het levert met zijn vrouw, die ook thuis is, geen problemen op. Begin mei kon vrij snel een beeldschermloep en laptop met vergrotingsprogramma worden geregeld. ‘Ik log in, zoals ik dat ook op kantoor deed. Eerst werden telefoons naar mijn eigen telefoon doorgeschakeld. In september heb ik van DUO een werktelefoon gekregen.’
Maar Erik mist het terloopse contact met zijn collega’s: even snel wat vragen, het gesprekje in de lift of bij het koffieapparaat. ‘Je bent vooral op jezelf aangewezen. We skypen en mailen nu. De ene week heb ik met mijn team een zakelijke bespreking, de andere week houden we een half uurtje digitale coffee corner: gezellig met elkaar bijkletsen.’
Wat Erik in ieder geval niet mist, is de reistijd. ‘Nu ik niet hoef te reizen, besef ik pas hoeveel energie me dat kostte.’ Na corona wil hij de helft van zijn werkdagen thuis blijven werken. Maar Erik hoopt ook een oude traditie te kunnen herstellen: elke vrijdag met een collega in de kantine van DUO een broodje hamburger eten. Heerlijk.
Epke Knoop
Epke is medewerker Klantencontact bij de Gemeente Groningen. Hij gaat elke dag naar kantoor. Omdat het niet anders kan: Epke heeft als blinde een aangepaste werkplek en kan daardoor niet thuiswerken. ‘De gemeente heeft het ICT-beheer uitbesteed en door de coronamaatregelen heeft alles vertraging opgelopen,’ vertelt Epke, ‘maar verandering is in zicht’, voegt hij eraan toe.
Epke is blij dat hij op zijn werkplek kan blijven werken. ‘Ik vind het ontzettend jammer dat thuiswerken nu de norm is. ‘De solidariteit tussen mijn overwegend thuiswerkende collega’s en mezelf is minder geworden. Je ziet elkaar minder staan. Ik heb feitelijk alleen nog fysiek contact met die collega’s die nog op het werk komen.’
Als Epkes werkplek eindelijk is aangepast, kan hij ook thuis werken. En daar ziet hij ook de voordelen van in. ‘Als het glad is of stormt, vind ik het reizen naar mijn werk een hele opgave.’
Marjan Westerhof
Het betekende een hele verandering, dat ene sms’je dat Marjan half maart vorig jaar van haar werkgever, de Provincie Groningen, ontving. Ze werd geacht niet meer naar het werk te komen.
Net zoals Epke, is Marjan blind en heeft ze speciale aanpassingen nodig om thuis te kunnen werken. Het duurde lang voordat dat in orde was. ‘Het ging eerst heel moeizaam’, zegt Marjan. ‘Onze ICT-afdeling moest in alle haast thuiswerken organiseren en had andere prioriteiten.’
Met de collega’s van haar afdeling houdt Marjan contact via drie WhatsApp-groepen, twee werkgerelateerd en één over ‘lief en leed’. Heel af en toe gaat ze vanuit haar woonplaats Eelde naar het provinciehuis, maar het gezelligheidsgevoel is weg. ‘Ik eet nu alleen op mijn kamer en ontmoet nauwelijks collega’s van andere afdelingen. Vroeger ging ik spontaan met een collega tijdens de middag even de stad in. Dat moet ik nu plannen.’
Roelof Klein
Roelof werkt in een betonfabriek in Uithuizermeden. ‘Ik plamuur en werk met de schuurmachine.’ Roelof draagt nu een face shield, een helm met een doorzichtige kap. ‘Met een mondkapje beslaat mijn bril.’
Voor corona heerste in de kantine een gezellige drukte. ‘Nu pauzeren we per afdeling en de werktijden zijn daarop aangepast: ik begin en pauzeer een half uur eerder dan vroeger. In de kantine zit we ver uit elkaar. ‘Iedereen kijkt nu op zijn telefoon en er wordt nauwelijks gepraat. Het is er allemaal minder gezellig op geworden’, aldus Roelof.