De belangrijkste onderzoeksmethoden bij glaucoom zijn: oogdrukmeting, het beoordelen van de oogzenuw en zenuwvezellaag, gezichtsveldonderzoek en gonioscopie (het beoordelen van de kamerhoek). Wanneer er verdenking op glaucoom bestaat, zullen tenminste deze vier onderzoeken worden verricht.
Gonioscopie
Gonioscopie is het beoordelen van de kamerhoek. Om te kunnen vaststellen of het gaat om een aangeboren glaucoom, een openkamerhoekglaucoom of een geslotenkamerhoekglaucoom is de beoordeling van de kamerhoek onontbeerlijk.
Bij deze methode wordt, na verdoving van het hoornvlies met oogdruppels, een speciaal contactglas op het oog gezet. Vervolgens kan met behulp van de microscoop, via een spiegel, in dit contactglas de kamerhoek worden bekeken.
Ander oogheelkundig onderzoek
Voor het stellen van de diagnose glaucoom wordt ook de oogdruk gemeten. Daarnaast beoordeelt de oogarts de oogzenuw en zenuwvezellaag. Ook wordt er een gezichtsveldonderzoek uitgevoerd. Lees voor meer achtergrondinformatie bij de diagnose glaucoom de betreffende webpagina.
Informatieoverzicht glaucoom
Wilt u weten welke andere webpagina’s er bij de Oogvereniging beschikbaar zijn over de diagnose en behandeling van glaucoom? Of bent u op zoek naar hulpmiddelen voor bijvoorbeeld het lezen, autorijden of het gebruik van de computer? Bezoek dan het Informatieoverzicht Glaucoom.