Naar de inhoud
Tekst grootte

Het belang van ‘Europa’ voor de Oogvereniging

Nieuws
Geplaatst op: 1 oktober 2025

Ze trekken ten strijde tegen te stille, elektrische auto’s. Ze lobbyen voor films die standaard worden voorzien van audiodescriptie. En voor een eenduidige bediening van alle liften. De EBU, de European Blind Union, is geen bekende organisatie, maar wél een belangrijke.

Dit artikel verscheen eerder in OOG Magazine editie 4, 2024. Tekst: Josephine Krikke

Neem je de agenda van Dick van den Brand door, dan weet je gelijk dat hij iemand is die niet van stilzitten houdt. Hij is lokaal actief – voor de gemeenteraad in Assen – maar ook in de Drentse Provinciale Staten. En zijn werk gaat ook over de landsgrenzen. Sinds vijf jaar is hij namens de Oogvereniging betrokken bij de EBU, de European Blind Union.

Hij vertelt aan OOG graag over de EBU en raakt er bijna niet over uitgepraat. Van den Brands vrouw houdt hem op de achtergrond geregeld bij de les als hij volgens haar iets te veel uitweidt. Vlak na het interview voor OOG vertrekt hij naar Warschau, waar deze keer de jaarlijkse bijeenkomst van een EBU-werkgroep plaatsvindt die het lobbywerk in Europa verricht. Van den Brand gaat niet alleen: hij heeft namens de Oogvereniging een duo-vrijwilligersfunctie met Peter van Bleiswijk.

Netwerk

‘Onze voorganger, Geert Joosten, is op zijn tachtigste gestopt. Hij was onnavolgbaar’, vertelt Dick. ‘Hij had een ontzettend goed netwerk in Nederland. Hij kende de weg in Den Haag naar de juiste ministeries bijvoorbeeld, maar ook binnen de Oogvereniging. Mijn collega Peter van Bleiswijk richt zich nu op het netwerken in Nederland. Hij is een stuk jonger dan ik en kan over een paar jaar de kar in zijn eentje gaan trekken.’

Engels

Dick van den Brand (71) werkte vele jaren bij diverse ministeries en de Gasunie. Op zijn vijftiende is maculadegeneratie bij hem vastgesteld: hij heeft de zeldzame erfelijke variant XLRS. ‘Ik had toen 50 procent zicht en volledig perifeer beeld. Op dit moment is dat nog geen 10 procent zich meer en een koker van een graad of 40.’ Door leesproblemen kwamen talen op het tweede plan. ‘Ik mocht naar de nonnen in Vught, voor Duits en Engels. Daarna ben ik bij de universiteit van Cambridge Engels gaan studeren. Dat heeft mij later veel geholpen. Als ik een presentatie geef, is oplezen niet mogelijk voor mij. Ik kan het nu zo makkelijk uit het hoofd vertellen.’

Het Engels, maar ook de ervaring met veel vergaderen en lobbyen, komen hem goed van pas in zijn werk voor de European Blind Union. In Parijs zit het hoofdkantoor van deze organisatie. Allerlei oogverenigingen uit Europa zijn er lid van. Hun belangenbehartigers, zoals voor Nederland Dick Van den Brand en Peter van Bleiswijk, onderhouden het contact met ‘Parijs’.

Waarom zou je gezamenlijk optrekken in Europees verband? Het is een vraag die zij regelmatig te horen krijgen. ‘Je hebt het misschien niet altijd door, maar steeds meer regelgeving komt uit Europa’, legt hij uit. ‘En die heeft ook invloed op mensen die blind of slechtziend zijn. Denk aan regels voor te stille elektrische auto, de scootmobiel en nu ook de fatbike. Maar denk ook eens aan liften, die niet overal dezelfde bediening hebben. Je zoekt je soms rot naar de juiste knop.’

Afgevaardigden uit verschillende landen in gesprek tijdens een EBU-vergadering

Gedeelde ruimte

De opkomst van ‘shared spaces’ is er ook een die de EBU volgt. Dit zijn verkeersgebieden die tegelijkertijd gebruikt worden door fietsers, voetgangers en ander verkeer, zoals achter het centraal station van Amsterdam. Die gebieden hebben weinig tot geen verkeersborden en andere markeringen. Het verkeer beweegt organisch door elkaar. ‘Voor blinde en slechtziende mensen is dit, zeker in combinatie met elektrisch dus stiller verkeer, vaak een uitdaging. Als EBU trekken we in speciale werkgroepen samen op om dit soort ontwikkelingen binnen het Europees bestuur op de agenda te krijgen. In Nederland wordt momenteel hard gewerkt aan een onderbouwd standpunt vanuit verschillende organisaties uit de oogwereld.’

Een andere lobbywerkgroep houdt zich bezig met elektrische auto’s die geen geluid maken, waardoor mensen die blind of slechtziend ze niet horen aankomen. ‘We verzamelen per land informatie over wat voor soort ongelukken ermee hebben plaatsgevonden. Vervolgens zijn het de mensen van het hoofdkantoor in Parijs die met beleidsmakers en politici bij de EU aan de slag gaan.’

Een ander speerpunt van hem is het inclusief sporten. Dick van den Brand volgt wat de andere lidstaten zoal aangedragen. ‘En als de Oogvereniging wil weten hoe iets in andere landen is geregeld, dan zet ik zo’n vraag uit.’

Maar ook andersom komen er vragen naar Nederland, zoals laatst vanuit Hongarije. ‘Zij wilden weten hoe het systeem van uitkeringen bij ons is geregeld, hoe onze sociale vangnetten zijn. Ik heb toen een uitgebreid bericht geschreven. Dit krijgen de vertegenwoordigers uit andere landen te lezen en zij reageren daar ook op. Het is heel dankbaar werk om te weten dat je dit soort dingen met elkaar kunt uitwisselen.’

Veel van het werk van de EBU zal mensen ontgaan, maar toch heeft het impact, wil Dick benadrukken. ‘Als straks die elektrische auto’s toch een geluid gaan maken, of alle films audiodescriptie hebben, dan hebben wij daar dus ook ons steentje aan bijgedragen.’