Wazig zien kan verschillende oorzaken hebben. Hieronder leest u wat de oorzaken van wazig zien kunnen zijn. Ziet u plotseling minder en verdwijnt dit niet na enige tijd, neem dan contact op met de huisarts!
Oorzaken wazig zien
- Brilafwijkingen kunnen wazig zien veroorzaken (refractie-afwijking): Dit is meestal een geleidelijk proces. Soms ziet u beter wanneer u met de ogen knijpt
- Droge/natte ogen kan troebel zien/troebele ogen veroorzaken: Het hoornvlies is het voorste doorzichtige deel van het oog dat wordt bedekt door een heel dun traanfilmpje. Dit laagje beschermt het oog en maakt dat u helder ziet. Te veel of te weinig tranen beïnvloeden dit zicht en kan zorgen voor wazig zien aan 1 of beide ogen
- Mouches volantes: Deze troebelingen of floaters die door het glasvocht (de gelei waar het oog mee is gevuld) zweven maken dat het beeld af en toe wazig is
- Allergie: Als gevolg van allergie kunnen de oogleden dikker worden en kan het oog meer gaan tranen. Door dit teveel aan tranen (hetzelfde effect als huilen) kunt u waziger gaan zien
- Staar: Staar is meestal een geleidelijk proces, u gaat dan ook geleidelijk minder zien. Soms is dat nog te verhelpen met (andere) brillenglazen. Let wel dat de verbetering met behulp van brillenglazen bij staar van tijdelijke aard is.
- Afwijkende glucosespiegel, diabetes: Wanneer uw suikerspiegel fluctueert, merkt u dit vaak aan wisselend, plotseling wazig zien en minder wazig zien
- Hoornvliesaandoeningen:
- Endotheeldystrofie: Het endotheel, het binnenste laagje van het hoornvlies, heeft een pompfunctie. Dit laagje zorgt ervoor dat er precies voldoende vocht tussen de verschillende laagjes van het hoornvlies aanwezig is. Dit maakt dat we helder kunnen zien. Wanneer de pomp niet meer goed werkt, zwelt het hoornvlies op en gaat u langzaam waziger zien
- Keratoconus: Door een veranderende vorm van het hoornvlies gaat u langzaam slechter zien. Een andere bril of contactlenzen kunnen het zien (soms tijdelijk) verbeteren
- Oogontsteking: Infectueus (bijvoorbeeld blefaritis): Wanneer de ontsteking onder controle is gaat u meestal weer beter zien. Voor de non-infectueuze vorm (uveïtis) geldt hetzelfde